Sinds dag 1 hangt aan de voordeur van Symposion een klein belletje.
Het verwittigt ons als er iemand binnen komt.
Het gietijzeren belletje is een traditioneel Japans ‘Furin’ windklokje.
Wind (Fu) en klankschaal (Rin). Een Furin bestaat uit een klokje, een klepper (zetsu) die het geluid voortbrengt.
Ze worden vaak aan de takken van een boom gehangen of dichtbij het huis.
Onderaan hangt een papieren wensstrook met een wens of een gedachte.
Bij de minste wind of beweging, maakt het belletje een helder en vrolijk geluid.
Op warme zomerdagen geven ze aan dat de wind verkoeling brengt. Ze maken de wind zichtbaar en hoorbaar.
Het zijn kleine geluksbrengers of rustbrengers.
We combineerden de tekstkaartjes met 5 haiku's van Geert De Kockere.
Hij schrijft daarover:
Een haiku is een kort, van oorsprong Japans gedicht van 5-7-5 lettergrepen, dat een vertrouwd beeld of tafereel schetst in een eenvoudige taal en met de bedoeling dat het bij de lezer een gevoel oproept. Een beetje zoals de Franse impressionisten met hun schilderijen die ze en plein air maakten: de realiteit vanuit een impressie van het moment. Zo ook is de haiku: in slechts enkele woorden geschilderd wat iets op dat moment oproept.
Een haiku kun je ook zien als een brilletje om anders naar de doodgewone dingen om je heen te kijken: scherper, gekleurder, uitvergroot, gefocust ... Je zag ze al lang, maar je zag ze nog nooit op die manier. Een haiku is iets kleins dat je groot kunt lezen, er klinkt haast altijd iets diepers in mee, een helder belletje dat even tinkelt en voor een kleine sartori zorgt: een fijne mentale tinkeling die rust brengt.